Ik vertrek! (3) – Is er een veranderrecept?

Vorige week schreef ik dat waar ‘ik vertrek’ verandert in ‘we vertrekken’ als metafoor voor organisatieverandering, recept is voor gegarandeerd veranderdynamiek.

Een recept impliceert dat je weet wat de uitkomst is. Je bakt immers geen brood om uiteindelijk appeltaart te proeven. Of erger, iets te creëren dat oneetbaar blijkt.

Toch? Ja, want laten we aannemen dat managers en veranderaars verandersucces nastreven. Maar er zijn wel verschillende recepten om tot gewenst veranderresultaat te komen. Welk recept je gebruikt is mede afhankelijk van (on)bewuste aannames die je doet. Het aardige is dat ook deze recepten te herkennen zijn in het tv-programma ‘ik vertrek’.

Ga maar na.

Er zijn stellen die van tevoren een gedetailleerd plan hebben gemaakt, dit zorgvuldig vanuit Nederland voorbereiden, op de buitenlandse eindbestemming al eens polshoogte hebben genomen en zodra ze definitief geëmigreerd zijn, stap-voor-stap aan de slag gaan richting einddoel. Recept: Het veranderproces wordt gecontroleerd gemanaged richting doel. Succes is een keuze.

Andere stellen hebben geen plan. Ze laten zich sterk leiden door de droom. Buitenstaanders zien wel beren op de weg: ‘Wat ga je dan doen, en hoe? Als dat maar goed komt!’ De stellen echter gelóven in hun toekomstbeeld én houden (on)bewust rekening met de voorspoed en tegenslag die wat er op hun pad gaat komen. Recept: Hun veranderproces ontstaat en richting einddoel houden ze rekening met onvoorziene omstandigheden. Het gaat vast lukken, en we zien wel.

Veranderrecepten

In organisatieverandering heb je te maken met niet één stel mensen dat verandert, maar met veel verschillende mensen. En daarmee neemt het aantal recepten voor verandering toe. Voor je het weet is het veranderresultaat inderdaad oneetbaar.

Begrijpen hoe jij en een ander tegen verandering aankijkt, is een basiselement voor managers en veranderaars. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het aan begrip nogal eens aan schort, zeker als men overtuigd is van, of alleen maar bekend is met, het eigen recept.

Er zijn honderden kookboeken, ik beperk me hier tot een overzicht van Palmer & Dunford (2002) met daarin zes hoofdrecepturen (zie de tabel), die ze ‘images’ of beelden noemen.

Het eerste onderscheid ontstaat omdat je of aanneemt dat verandering door management wordt gecontroleerd (control) of dat verandering ontstaat doordat management mogelijkheden faciliteert (shaping). Het tweede onderscheid is gebaseerd op de aanname (vooraf) dat het veranderdoel behaald wordt zoals gepland, gedeeltelijk behaald wordt zoals gepland omdat er ook externe invloeden zijn, of dat andere invloeden sterker zijn dan de invloed van management.

Wat is het beste recept?

Deze vraag past heel goed bij managers en veranderaars die van nature de aannames doen die passen bij een/hun rol als regisseur van verandering (director). Het antwoord blijf ik je schuldig, want:

Elk recept brengt een smaakvol veranderproces op gang.

Elk recept heeft voor- en nadelen.

Elk recept kent voor- en tegenstanders.

Er worden vaak meerdere recepten geraadpleegd.

Binnen de tv-serie ‘ik vertrek’ zijn diverse recepten te herkennen en deze leiden vaak tot gewenst resultaat, los van budget- en tijdsperikelen gedurende het proces. Binnen organisatieverandering (‘we vertrekken’) ligt dat wat anders.

Meer daarover in deel 4 van deze reeks blogs.

P.S. Als je je eigen beeld eens wilt toetsen, mail me dan, dan stuur ik je een eenvoudige vragenlijst toe die je helpt te bepalen welk recept jij bij voorkeur hanteert.

 

Bron

Palmer & Dunford (2002). Who says change can be managed? Positions, perspectives and problematics. Strategic Change, 11(5), pp. 243-251.